Hielprik
Bij de hielprik wordt het bloed van de baby onderzocht op een aantal zeldzame, maar ernstige stofwisselingsziekten.
Bij de hielprik wordt het bloed van de baby onderzocht op een aantal zeldzame, maar ernstige stofwisselingsziekten.
Als de baby tenminste 3 dagen oud is kan de hielprik worden uitgevoerd. De verloskundige verricht deze handeling bij je thuis. Bij de hielprikscreening wordt het bloed van de baby onderzocht op een aantal zeldzame, maar ernstige stofwisselingsziekten. Als deze ziektes tijdig worden opgespoord dan kan er direct gestart worden met behandeling. Dit voorkomt of beperkt het ontstaan van zeer ernstige schade aan de lichamelijke en/of geestelijke ontwikkeling van je baby. De meeste ziektes zijn niet te genezen, maar wel te behandelen met bijvoorbeeld medicijnen of een dieet. Meer informatie kun je vinden op de website van het RIVM.
Ook kan er onderzocht worden of je baby drager is van een bepaalde ziekte. De baby is er dan zelf niet ziek van, maar kan dit dragerschap wel overdragen wanneer hij of zij later zelf kinderen krijgt. Is zijn of haar partner óók drager van dezelfde ziekte, dan kunnen hun kinderen de ziekte krijgen. Je kunt aangeven of je dit dragerschap wel of niet wilt weten.
Je krijgt binnen 5 weken altijd bericht thuis over uitslag van de hielprik. Soms moet de hielprik opnieuw worden geprikt als er twijfel over de uitslag is of als er te weinig bloed is afgenomen.